47. ALABAMA48. RE-TAPE

easy

easy

CA

SUA

L

42

AF_maqueta katia_OK_50pag.indd 42 29/1/20 13:44

Copyri

ght ©

FIL KATIA, S

.A.

98

I

N

S

T

R

U

C

T

I

O

N

S

W

E

R

K

W

I

J

Z

E

MO

DÈ

LE

page 42

RE-TAPE

48FIL KATIA

F RANÇAIS

TAILLES: –a) 38-40 –b) 42-44 –c) 46-48 –d) 50-52Le modèle de la photo correspond à la taille : –a) 38-40

FOURNITURESQualité RE-TAPE col. nº 205 : –a) 4 –b) 4 –c) 5 –d) 5 pelotes

Aiguilles Points employés

Nº 6,5

• Côtes 1x1

• Jersey end.

• Jersey env.

• Couture au pt de côté

- Pt de riz double (voir explication)

• Voir explications dans Points de base

Pt de riz double :1er rg (sur l’end.) : * tric. 1 m. end., 1 m. env. * et répéter de * à *.2e rg (sur l’env.) : tric. les m. comme elles se pré-sentent.3e rg (sur l’end.) : * tric. 1 m. env., 1 m. end. * et répéter de * à *.4e rg (sur l’env.) : tric. les m. comme elles se pré-sentent.Répéter ces 4 rgs.

ÉCHANTILLON (10 cm x 10 cm)14 m. et 22 rgs au pt de riz double avec les aig. nº 6,5

DOSMonter –a) 72 m. –b) 78 m. –c) 84 m. –d) 90 m. et tric. en côtes 1x1.À 3 cm de hauteur totale, continuer à tric. au pt de riz double.

Encolure : à 27 cm de hauteur totale, diviser l’ou-vrage en deux parties égales et continuer à tric. chaque côté séparément, en diminuant (2 m. ensemble à l’env.) du côté de l’encolure, à 3 m. du bord et tous les 4 rgs (remarque : continuer à tric. les 3 m. du bord en jersey env.) :–a) 14 x 1 m.–b) 15 x 1 m.–c) 16 x 1 m.–d) 16 x 1 m.

En même temps :Emmanchure : à 7 cm à partir du début de l’en-colure, diminuer du côté gauche, à 3 m. du bord, à tous les rgs sur l’endroit (remarque : continuer à tric. les 3 m. du bord en jersey env.) :–a) 1 x 2 m., 3 x 1 m.–b) 2 x 2 m., 2 x 1 m.–c) 3 x 2 m., 1 x 1 m.–d) 4 x 2 m.

Remarque : pour les diminutions de 2 m., tric. 3 m. ensemble à l’env. Pour les diminutions de 1 m., tric. 2 m. ensemble à l’env.

Épaule : à –a) 20 cm –b) 21 cm –c) 22 cm –d) 23 cm à partir du début de l’emmanchure, rabattre  les –a) 17 m. –b) 18 m. –c) 19 m. –d) 21 m. restantes.Terminer l’autre côté de même mais en vis-à-vis.

DEVANTTric. comme le dos, sauf l’encolure.

Encolure : à –a) 12 cm –b) 13 cm –c) 14 cm –d) 15 cm à partir du début des emmanchures, rabattre  les –a) 16 m. –b) 18 m. –c) 20 m. –d) 20 m. centrales et continuer à tric. chaque côté séparément, en rabattant du côté de l’enco-lure, au début de chaque rg sur l’endroit : 1 x 3 m., 1 x 2 m., 1 x 1 m.

Épaule : à 8 cm à partir du début de l’enco-lure, rabattre les –a) 17 m. –b) 18 m. –c) 19 m. –d) 21 m. restantes.Terminer l’autre côté de même mais en vis-à-vis.

MONTAGEFermer toutes les coutures au pt de côté.

Col : relever toutes les m. sur l’encolure du devant, en augmentant ou en diminuant le nombre de m. nécessaire au 1er rg pour obtenir : –a) 32 m. –b) 34 m. –c) 35 m. –d) 37 m. Tric. 3 rgs en jersey end. puis rabattre.Coudre les épaules et les côtés.

N EDERLANDS

MATEN: –a) 38-40 –b) 42-44 –c) 46-48 –d) 50-52Het model van de foto komt overeen met de maat: –a) 38-40

BENODIGD MATERIAALRE-TAPE kl. 205: –a) 4 –b) 4 –c) 5 –d) 5 bollen

Breinaalden Gebruikte steken

Nr. 6 ½

• Boordsteek 1x1

• R. tric.st.

• Av. tric.st.

• Naad d.m.v. platte kantsteek

- Dubbele rijstekorrelsteek (zie beschrijving)

• Zie beschrijvingen bij basissteken

Dubbele rijstekorrelsteek:1e naald: aan de goede kant v.h. werk: * 1 st. r., 1 st. av. *, herhaal van * tot *.2e naald: aan de verkeerde kant v.h. werk: brei de st. zoals deze voorkomen.3e naald: aan de goede kant v.h. werk: * 1 st. av., 1 st. r. *, herhaal van * tot *.4e naald: aan de verkeerde kant v.h. werk: brei de st. zoals deze voorkomen. Herhaal steeds deze 4 naalden

STEEKVERHOUDINGIn dubbele rijstekorrelsteek, breinaalden nr. 6 ½10x10 cm = 14 st. en 22 naalden.

RUGPAND–a) 72 st. –b) 78 st. –c) 84 st. –d) 90 st. opz. Brei boordsteek 1x1.Bij 3 cm totale lengte, verderbreien in dubbele rij-stekorrelsteek.

Hals: Bij 27 cm totale lengte, het werk in twee gelijke delen verdelen en hierna elk deel apart ver-derbreien. Minder hierbij (= 2 st. samen av. breien) aan de halskant, op 3 st. vanaf de kant, in elke 4e naald (opmerking: de 3 st. aan de kant verder-breien in av. tric.st.):–a) 14 maal 1 st.–b) 15 maal 1 st.–c) 16 maal 1 st.–d) 16 maal 1 st.

Tegelijkertijd:Armsgat: Bij 7 cm lengte, meten vanaf het begin v.d. hals, minder op het linker uiteinde, op 3 st. vanaf de kant, in elke naald aan de goede kant v.h. werk (opmerking: brei de 3 st. aan de kant verder in av. tric.st.):–a) 1 maal 2 st., 3 maal 1 st.–b) 2 maal 2 st., 2 maal 1 st.–c) 3 maal 2 st., 1 maal 1 st.–d) 4 maal 2 st.

Opmerking: maak de minderingen van 2 st. door 3 st. samen av. te breien en maak de minderingen van 1 st. door 2 st. samen av. te breien.

Schouder: Bij –a) 20 cm –b) 21 cm –c) 22 cm –d) 23 cm lengte, meten vanaf het begin v.h.

Copyri

ght ©

FIL KATIA, S

.A.

99

I

N

S

T

R

U

C

T

I

O

N

S

W

E

R

K

W

I

J

Z

E

armsgat, de resterende –a) 17 st. –b) 18 st. –c) 19 st. –d) 21 st. afk.Brei het andere deel idem, maar in spiegelbeeld.

VOORPANDBreien zoals het rugpand, behalve de hals.Hals: Bij –a) 12 cm –b) 13 cm –c) 14 cm –d) 15 cm lengte, meten vanaf het begin v.d. armsgaten, in een naald aan de goede kant v.h. werk, de midd.

–a) 16 st. –b) 18 st. –c) 20 st. –d) 20 st. afk. en hierna elk deel apart verderbreien. Aan de halskant, bij het begin van elke naald aan de goede kant v.h. werk afk.: 1 maal 3 st., 1 maal 2 st., 1 maal 1 st.

Schouder: Bij 8 cm lengte, meten vanaf het begin v.d. hals, de resterende –a) 17 st. –b) 18 st. –c) 19 st. –d) 21 st. afk.Brei het andere deel idem, maar in spiegelbeeld.

IN ELKAAR ZETTEN EN AFWERKENAlle naden worden vastgenaaid d.m.v. platte kantsteek.Kraag: de st. rondom de hals v.h. voorpand opnemen, meerder of minder hierbij verdeeld over de 1e naald het benodigd aantal st. tot er in totaal –a) 32 st. –b) 34 st. –c) 35 st. –d) 37 st. zijn. Brei 3 naalden r. tric.st. en hierna alle st. afk.Sluit de naden v.d. schouders en zijkanten.

Copyri

ght ©

FIL KATIA, S

.A.